Central Layer onder de motorkap: in 3 stappen uw masterdata management ingericht

Masterdata management is van essentieel belang. En als u niet oplet, zijn u en uw collega’s hier veel tijd mee kwijt. Maar een goed beheer van masterdata is niet het doel. Het is een middel. Een middel tot een efficiënt logistiek proces. Zorg daarom dat uw software deze taak voor u oppakt. Zodat u en uw collega’s tijd hebben voor waar het echt om draait: logistiek.

Centraal beheer van gegevens over meerdere vestigingen

De Central Layer module van Boltrics creëert een centraal bedrijf waar vanuit u overkoepelende data beheert voor al uw vestigingen. Denk aan klanten, klantartikelen of prijsafspraken en contracten. Wijzigingen worden vervolgens vanuit dit bedrijf doorgespeeld naar onderliggende bedrijven. Zo werken al uw sites en bedrijven foutloos met dezelfde data.  

Central Layer inrichten in 3 stappen

Tijdens de inrichting van Central Layer zijn drie grote stappen te onderscheiden: het inrichten van C/L Partners, C/L Entiteiten en data-integratie. In deze blog lopen we globaal langs deze drie stappen, zodat u weet wat er zich onder de motorkap van uw logistieke software afspeelt.

Stap 1: C/L Partners

Ten eerste gaat u aan de slag met de zogenoemde C/L Partners. Dit zijn alle bedrijven die onderdeel moeten worden van de Central Layer functionaliteit. Ook het centrale bedrijf (de Master CDM/CL Partner) moet ingericht worden als C/L Partner. Deze geeft u bijvoorbeeld de naam ‘C/L’ of ‘CENTRAL’. Maar kies ook voor de andere bedrijven een herkenbare naam. 

Bij het aanmaken van de C/L Partners zijn diverse velden van toepassing. Om u op weg te helpen, lopen we in onderstaande video langs alle velden.

Stap 2: C/L entiteiten

Onder de C/L Entiteiten, die al kort in bovenstaande video heeft gezien, legt u vast welke tabellen centraal beheerd moeten worden. Wanneer de lijst leeg is, bijvoorbeeld bij het aanmaken van een nieuwe partner, kunt u voor ‘Initialiseren’ kiezen om de beschikbare tabellen toe te voegen aan de entiteitenlijst.

Via deze lijst kan per tabel aangegeven worden of de gegevens in die tabel centraal beheerd worden of niet. Wanneer het vinkje in de kolom ‘Geblokkeerd’ aan staat wordt de tabel niet centraal beheerd. Wanneer het vinkje uit staat wordt de tabel wél centraal beheerd. Tabellen die altijd geactiveerd moeten worden zijn ‘C/L Partner’, ‘C/L entiteit’ en ‘C/L gegevensoverdracht’. Dit zijn de tabellen die zorgen dat instellingen die hier worden gedaan ook bij de andere bedrijven worden bijgewerkt.   

Let op; deze instellingen werken pas als alle stappen van de inrichting zijn uitgevoerd.

Daarnaast moet u in deze stap per tabel die geactiveerd moet worden de gegevensoverdracht instellen. Hier stelt u per ontvangende partner in dat de gegevens van het centrale bedrijf naar de partners gestuurd wordt. Hier kunt u ook kiezen welke velden wel of juist niet centraal beheerd moeten worden. Velden die u níet centraal wilt beheren kunt u instellen op ‘Uitsluiten’.

Stap 3: Data-integratie

De derde en laatste belangrijke stap die u moet zetten om te profiteren van de Central Layer functionaliteiten is het inrichten van data-integratieberichten. Alleen zo zorgt u ervoor dat de berichten met wijzigingen ook daadwerkelijk doorgestuurd worden. In het centrale bedrijf is het bericht SND-CDM-RECORD nodig en in elk ontvangende bedrijf het bericht RCV-CDM-RECORD. Daarnaast moet bij ieder bedrijf taakwachtrijfunctie 18 actief zijn voor het verwerken van de aangemaakte integratieberichten.

De getoonde configuratie en voorbeelden in dit bericht worden geleverd “AS IS”. Hieruit kunnen geen garanties en geen rechten worden ontleed. (Disclaimer)