Printen in uw warehouse. U ontkomt er niet aan. Ondanks de digitale wereld waarin we leven, draait u gedurende uw logistieke proces regelmatig documenten uit – al hoeft u natuurlijk niet alle documenten meerdere malen te printen. Maar wanneer u iets print, zijnde een label of bon, is het wel zo prettig dat het papiertje uit de juiste printer komt rollen. Alleen op die manier kunt u snel en efficiënt door met uw proces en de kwaliteit bieden die uw klanten van u gewend zijn. Stel daarom uw printers goed in met behulp van gebruiker printerselecties. In deze blog helpen we u op weg. We laten u zien hoe u de juiste printer inricht voor onder andere een inslag- of uitslagbon.

Voor u begint, moeten de ‘printerselecties’ omgezet gaan worden naar ‘gebruiker printerselectie’. Daarna moeten de ‘printerselecties’ verwijderd worden.

Gebruiker printerselecties instellen op verschillende niveaus

Om te voorkomen dat uw medewerkers het hele pand door moeten om hun afdruk uit de printer te halen, richt u gebruiker printerselecties in. Hiermee kunt u bijvoorbeeld vastleggen dat specifieke rapporten altijd uit dezelfde printer komen of dat specifieke gebruikers altijd op dezelfde printer documenten uitdraaien. Een printer kan op drie verschillende niveaus ingesteld worden: rapport, gebruiker of gebruiker én rapport. In onderstaande afbeelding ziet u het resultaat van alle drie de inrichtingen.

Printer instellen op rapportniveau

Wanneer u op rapportniveau uw printer instelt, worden specifieke rapporten afgedrukt op de printer die u hier inricht. Standaard. Hiervoor zijn de velden Report ID, Type, Code, en Printer Name van belang. Met de inrichting in de afbeelding hierboven, wordt het rapport 11154664 (Warehouse – Proforma Receipt) standaard op Printer 4 geprint.

Printer instellen op gebruikersniveau

Stelt u uw printer in op gebruikersniveau? Dan print een specifieke gebruiker altijd standaard op de ingestelde printer, ongeacht het rapport. Hiervoor is User ID, Type, Code en Printer Name van belang. Met de instellingen zoals in de bovenstaande afbeelding worden op deze manier alle niet verder gespecificeerde rapporten voor deze gebruiker op printer 3 geprint. Let op: de regel met het user ID gevuld, gaat boven de regel zonder User ID.

Printer instellen op gebruiker/rapportniveau

Wanneer u op gebruiker- én rapportniveau een printer instelt, zijn de velden User ID, Report ID, Type, Code en Printer Name nodig. In dit geval wordt voor de gebruiker ‘Boltrics’ dit specifieke rapport geprint op de ingestelde printer. Let op: Deze selectie gaat boven de gebruiker en het rapport.

Bovendien kunnen er meerdere regels ingesteld worden. Via de kolom Sorting Order geeft u de volgorde van printers aan bij gelijke instellingen. Net als in bovenstaand voorbeeld kunt u hier 1 of 2 invullen. Indien het rapport dan geprint wordt komt er een keuze met printers waar het rapport geprint moet worden.

Printers aansturen via statusovergangen

U kunt natuurlijk handmatig documenten afdrukken. Maar daarnaast kunt u ook printopdrachten starten naar aanleiding van een statusovergang. Dit gebeurd via een statusfunctie: functie 92. In onderstaande video’s ziet u twee manieren hoe u deze functie kunt inrichten: met een pop-up wanneer er meerdere printers zijn of met een printopdracht op de achtergrond met vaste gebruikers.

Er zijn nog meer manieren om deze statusfunctie te gebruiken.

Onderstaande parameters worden gebruikt bij het inrichten van functie 92:

ReportID = rapportnummer van het rapport dat geprint gaat worden.

Number = Aantal pagina’s.

Type = vullen met een 3 (Web-Service).

Code = vullen met SND-PDF.

Run in Background = vullen met een waarde bijvoorbeeld 1.      
De statusfunctie wordt uitgevoerd in een separate sessie, de huidige sessie gaat verder met de status overgang.

Userprintername = voor SND-PDF altijd vullen met een 1.
Zorgt ervoor dat de printernaam in het SND-PDF bericht gezet wordt.

Mustexists = vullen met een 1
De gebruiker printer selectie moet aanwezig zijn.

Setprinter = vullen met de printernaam.
Printernaam neer zetten die altijd gebruikt moet worden.

Useridcode = Gebruikers-id.
De gebruiker printer selectie van een vaste gebruiker gebruiken, anders wordt de selectie gezocht met de gebruiker die de status doorzet.

Onlyifwhseact = vullen met een 1.
Alleen als er magazijnactiviteiten zijn.

Printerselectionpopup = vullen met een 1.
Als er meerdere printers gevonden worden wordt er een pop-up getoond (kan nooit in combinatie met Runinbackground).

Onlycondactive = vullen met de conditiewaarde.
Alleen uitvoeren als er een bepaalde conditie aanwezig is op de document header.

Meer informatie?

Wilt u meer weten over gebruikers printer selecties? Of heeft u hulp nodig bij het inrichten van functie 92 in uw proces? Neem contact met ons op via het klantportaal. Onze collega’s staan voor u klaar.